Aaron Betsky::
Met enige regelmaat wordt architectuur in verband gebracht met joodse architecten.
Daarbij kan het gaan om het werk van een aantal grote namen, om gedenktekens,
om musea voor joodse cultuur. Aaron Betsky bekeek het hele scala.
De twee beroemdste
architecten vandaag de dag zijn Frank Gehry (geboren Goldberg) en Richard Meier.
Voeg daaraan nog uitblinkers toe als Peter Eisenman, Robert Stern, Bernard Tschumi,
Daniel Libeskind en vele mindere goden, en je hebt een aardige 'kliek' bij elkaar.
Zij (of eigenlijk 'wij', aangezien schrijver dezes ook joods is) zijn overal
te vinden in de geheiligde oorden van overtrekpapier en AutoCad.
Hebben door
joden ontworpen gebouwen iets wat specifiek joods is? Hoe vergelijk je het werk
van Stern, Libeskind en Gehry? Als er al sprake is van een complot,
wat zijn dan de motieven? Wat is het doel? Het idee dat er iets joods zou
zijn aan architectuur van mensen die als jood geboren zijn, is op het eerste
gezicht absurd.
Zelfs Herbert Muschamp, de architectuurcriticus van de New York Times die er vorig
jaar een hoofdartikel over schreef, kon niets bedenken wat zou duiden op een
bindende stijl of motief.
Toch duidt iets in de traditie van het judaïsme op
een bijzondere verhouding tot de architectuur. Het zit hem in de filosofische
uitgangspunten van het Geloof dat verondersteld wordt deze groep mensen te binden,
in de culturele tradities van verbanning en studie, in de beroepskeuzes waartoe
joden gedwongen waren omdat slechts bepaalde carrièremogelijkheden voor hen
openstonden: allemaal joodse elementen die in de architectuur zijn terug te
vinden.
Gedenktekens
Pas door de holocaust is er zoiets als joodse architectuur ontstaan. De
kampen werden de fysieke en ruimtelijke uitdrukking van wat iemand in
negatieve zin tot jood maakt (hoewel er natuurlijk niet alleen joden in de
kampen zaten). De kampen gaven de eeuwenlange onderdrukking een vaste,
rationele vorm.
> vervolg