George Perec:
"Ik heb al meermalen geprobeerd om me een appartement voor te stellen waarin
een nutteloze ruimte zou zijn, een volkomen nutteloze, doelbewust nutteloze
ruimte.
Hoe ik ook mijn best deed, het lukte me niet die gedachte, dat beeld, tot het
einde toe vast te houden. Het leek wel of de taal zelf te kort schoot bij het
beschrijven van dat niets, die leegte, alsof je alleen kunt spreken over wat
vol, nuttig en functioneel is..... Ik ben nooit op iets echt bevredigends uitgekomen.
Maar ik geloof niet dat ik in mijn streven om die onwaarschijnlijke grens te
overschrijden mijn tijd heb verdaan: in die pogingen schemert naar mijn gevoel
iets door wat een statuut van het bewoonbare zou kunnen zijn.....
(George Perec, Ruimten Rondom. Arbeiderspers 1998)