Historie
In 1668 zocht Jean-Baptiste Colbert (1619-1683). financieel raadsman van Lodewijk XIV, naar een manier om nauwkeurige kaarten van Frankrijk te verkrijgen. Hij was een ambitieus staatsman en gebruikte zijn grote invloed voor het instellen van een zeemacht en het stichten van de Academie Royale des Sciences in 1666.

De techniek van triangulatie, of driehoeksmeting, die een essentieel onderdeel vormde van de terreinmeting, werd al begin 16e eeuw toegepast. Triangulatie betekent het meten van een terrein door het te verdelen in driehoeken. Er wordt slechts één zijde werkelijk gemeten, de basislijn. en verder de hoeken.
Zo kan door trigonometrie de lengte van de zijden worden bepaald. Door torenspitsen of geconstrueerde stellages te gebruiken, konden landmeters een netwerk van driehoeken vormen vanaf één basislijn.
De techniek van triangulatie die onmisbaar zou worden voor nauwkeurige topografische metingen, deed er lang over om in gebruik te raken. Pas rond 1740 werd triangulatie gebruikt voor het in kaart brengen van een gebied zo groot als Frankrijk.

Als erkenning voor zijn werk op het gebied van de berekening, van de geografische lengte had Colbert de Italiaan Giovanni Domenico Cassini (1625-1712), professor in de astronomie aan de universiteit van Bologna, in 1665 het lidmaatschap van de Academie aangeboden. Cassini vestigde zich in 1669 in Parijs en veranderde zijn naam in Jean Dominique toen bij in 1673 het Franse staatsburgerschap kreeg. Toen hij trouwde, kreeg hij het kasteel de Thury als deel van de bruidsschat.

1. Wetenschappelijke bedrijvigheid van de Académie des Sciences. (Uit: C.M. de la Condamine)
2. Illustratie van het opmeten van de parijse meridiaan waarbij te zien is hoe verschillende waarnemingen op verschillende terreinen werden verricht.
3. Meting van de meridiaan van Parijs, vanaf een basislijn. (2 en 3 uit: Jacques Cassini, Discours du méridien, 1749)
4. Carte de France corrigée par ordre du Roy sur les observations de membres de L'Academie Des Sciences.
5. Carte de Cassini: La Méridienne de Paris.
6. Obelisk, commune Manchecourt. tekst:
Meridienne de L' Obeservatoire de Paris etablié par Cassini 1748.
7. Chaines des triangles de Dunkerque à Barcelone mesurée par MM. Delambre et Méchain
8. Driehoeksmeting in Spanje, uitgevoerd door Méchain
 
Hij stelde voor te beginnen met een meetketting die van Duinkerken in het noorden naar Perpignan in het zuiden zou lopen, waarmee min of meer de meridiaan van Parijs werd gevolgd. Zo'n ketting zou een nog nauwkeuriger meting van de lengte van een graad mogelijk maken. en langs de kusten en grenzen konden gemakkelijk andere kettingen worden toegevoegd.

Helaas leefde Picard niet lang genoeg om zijn voorstellen werkelijkheid te zien worden - hij stierf in 1682. De leiding van het project kwam in handen van Cassini, die deze taak met Picard had gedeeld. Cassini*) stelde voor twee groepen aan het werk te zetten, in het noorden en het zuiden, die naar elkaar toe zouden werken. Cassini's groep zou vanuit het zuiden, die van La Hire vanuit het noorden werken.

Ongeveer een jaar na Picards dood kreeg de Franse cartografie een nieuwe klap te verwerken door het overlijden van jean-Baptiste Colbert in 1683. Er ontstond uitstel wegens tegenwerking van de financiële raadslieden en ministers van de koning; oorlogsdreiging, geldtekort en de spaanse successieoorlog (1701-1713).

In de jaren '30 werd men zich bewust van het feit dat de verschillende overheidsdepartementen elkaar tegenwerkten waar het de behoefte aan nauwkeurige kaarten betrof, met als resultaat dat het werk ondergefinancierd werd en overgeleverd was aan de genade van onbekwame controleurs. Het was een geluk dat de voortzetting van het triangulatiewerk onder leiding van Cassini II*) plaatsvond. De naam van deze dynastie gaf een idee van continuïteit.
De metingen konden voortgezet worden zolang de zoons zich met dit moeizame werk wilden bezighouden. Gelukkig wilden ze dat. Ook was het een geluk dat Lodewijk XV geografie had gestudeerd bij Guillaume de l'Isle en dat hij een geïnteresseerd en intelligent amateur-wetenschapper was.
De koning was daardoor gemakkelijk over te halen zijn steun te geven aan de voortzetting van her grote project.In juni 1733 begonnen Cassini III*) en zijn assistenten metingen te doen op een lijn die loodrecht op de meridiaan van Parijs stond. Uiteindelijk werd Saint Malo aan de kust van Het Kanaal bereikt. waardoor de verbinding werd gelegd met het eerdere triangulatiewerk van Picard.

Eind 1733 werd de lijn van driehoeken in oostelijke richting voortgezet naar Straatsburg, een werk dat het volgende jaar klaar was. Een nieuwe graadmeting gaf hetzelfde resultaat als bij de lijn van Saint Malo, en als reactie hierop gaf Lodewijk XV opdracht tot het uitvoeren van een meting die de ware vorm van de aarde moest bepalen.
Tegen de tijd dat de Cassini’s hun werk voltooiden in 1744 waren er maar liefst 800 driehoeken gemeten van negentien bases.

De eerste cartografische resultaten van al die jaren van metingen verschenen in 1744 in de vorm van een eenbladige contourkaart van Frankrijk, waarop te zien was dat de triangulatie vrijwel overal was uitgevoerd, behalve in de minder toegankelijke gebieden.

Het project werd bekend als de "Carte de Cassini". En terecht, want het was vooral Cassini III *) die het onderzoek voortzette ondanks alle moeilijkheden. In 1736 werd de overheidssteun voor het project ingetrokken, met als excuus de grote militaire uitgaven. Daarop nam Cassini de Thury de volledige verantwoordelijkheid voor het project op zich en wist hij een groep financiers te vinden die in ruil voor een aantal rechten op de uiteindelijke publicatie de kosten voor het maken van de kaart op zich wilden nemen.

De uiteindelijke "Carte de Cassini" bestond uit 182 bladen (elk 55,5 x 88 cm), getekend op een uniforme schaal van 1: 86.400. Het was het meest ambitieuze cartografische project dat ooit door een land was uitgevoerd. Het werk was verkrijgbaar in atlasvorm, gebonden in een of meer grote foliodelen en voorzien van een inleiding, Avertissement, ou introduction a la carte générale et particulière de France.

De "Carte de Cassini" was ook verkrijgbaar als opvouwbare kaart in cassettes. Cassettes die zo gemaakt waren dat ze op boeken leken, waren in die tijd erg populair, omdat kaarten van een behoorlijk deel van het land op die manier in een handig formaat konden worden meegenomen. Ten opzichte van moderne topografische kaarten had de kaart echter een tekortkoming in de aanduiding van het reliëf. Een bevredigende manier voor het aangeven van reliëf op een kaart, met gebruikmaking van nauwkeurige gegevens, werd pas vele jaren later ontwikkeld. Ondanks deze gebreken blijft de kaart een van de opmerkelijkste monumenten in de geschiedenis van de cartografie en was ze, volkomen terecht, voorwerp van nationale trots.

In 1790 werd besloten om de meridiaan opnieuw te laten berekenen en de opdracht hiervoor te geven aan Delambre en Méchain. (zie bij Standaardmeter). Als voorlopig eindpunt van de meridiaan werd El Masnou bij Barcelona gekozen, de plek waar de meridiaan de middellandse zee in liep.De hoofdredenen waren wetenschappelijk, zowel begin als eindpunt van de franse meridiaan zouden op zeeniveau liggen. Barcelona lag ver genoeg van de Pyreneeën, die de exacte richtingsbepaling zouden bemoeilijken.
Het middelpunt van de gemeten boog kwam bij de 45e breedtegraad in Frankrijk, wat een voordeel was bij de definitieve berekening. Om het middelpunt nog exacter op de 45e breedtegraad te kunnen plaatsen ontstond het plan om de meridiaan door te trekken tot Majorca op de Balearen.

*)
1. Jean Dominique Cassini, (bijgenaamd Cassini I, 1625-1712).
2. Jacques Cassini, (zoon van Cassini I, bijgenaamd Cassini II, 1677-1765).
3. César Francois Cassini de Thury, (2e zoon van Cassini II, bijgenaamd Cassini III, 1714- 1784).
4. Dominique Cassini, Comte de Cassini, (zoon van Cassini III, bijgenaamd Cassini IV, 1748- 1845).

Literatuur:
-John Goss. De geschiedenis van de Cartografie, de kunst van de kaartenmakers. Uitgave van Zuid Boekprodukties, 1994)
-Ken Alder. De maat van alle dingen. Anthos, 2003.